Auteursarchief: Lennard

Met weerbaarheid betere gevaarsbeheersing: de rol van weerbaarheid in gevaarsbeheersing

26 maart 2014  Bron: gevaarsbeheersing.blogspot.nl door Berendineke Steenbergen

Met weerbaarheid betere gevaarsbeheersing: de rol van weerbaarheid in gevaarsbeheersing

Niet voor niets wordt in de opleiding docent gevaarsbeheersing veel aandacht besteed aan weerbaarheid. Een weerbare houding kan verdere escalatie van agressie voorkomen, waardoor werkvormen rondom het vergroten van weerbaarheid in lessen gevaarsbeheersing passend zijn. Ik zou zelfs willen stellen: ‘zonder weerbaarheid geen gevaarsbeheersing’.

Weerbaarheid, hanteren van agressie, gevaarsbeheersing

‘Weerbaarheid’, maar ook ‘gevaarsbeheersing’ of ‘hanteren van agressie’ zijn geen beschermde begrippen.
Vandaar dat er onder deze noemers allerlei verschillende trainingen en cursussen aangeboden worden van uiteenlopende kwaliteit en inhoud.
Wie de websites bezoekt van de verschillende aanbieders ontdekt dat zelfs wanneer dezelfde titel en wervingsteksten gebruikt worden, het aanbod van de ene aanbieder inhoudelijk sterk verschilt van de andere.

Er zijn trainers die hoofdzakelijk werken met technieken uit Martial Arts en er zijn trainers die uitsluitend werken met rollenspelen. En er zijn trainers die van alles een beetje doen.

Voor het goed begrip van mijn betoog is het derhalve noodzakelijk de verschillende termen definiëren.

Weerbaarheid

Iemand is weerbaar als hij zijn grens kan trekken met respect voor zichzelf en voor de ander.

Cursussen weerbaarheid worden gegeven aan mensen die daar moeite mee hebben. Dat kan dan gaan om bijvoorbeeld mensen die de neiging hebben om over zichzelf heen te laten lopen of juist om mensen die eerder geneigd zijn zich agressief te gedragen.

Werden weerbaarheidstrainingen vroeger vooral gegeven aan slachtoffers en aan verlegen of gepeste kinderen, tegenwoordig zijn ook de (potentiële) daders veelvoorkomende cursisten.

Hanteren van agressie

In trainingen hanteren van agressie wordt gewerkt met mensen die bijvoorbeeld vanwege hun beroep te maken kunnen krijgen met agressie van een ander.
In tegenstelling tot de uitgangspunten in weerbaarheidstrainingen staat dus niet het eigen gedrag van de deelnemer aan de training centraal, maar het leren omgaan met het (lastige) gedrag van een ander.

Gevaarsbeheersing

Gevaarsbeheersing gaat nog een stap verder. De trainingen gevaarsbeheersing gaan, net als trainingen hanteren van agressie, over het goed leren omgaan met de agressie van een ander. Deze trainingen zijn bovendien bedoeld voor mensen in beroepen die beroepsmatig veel met agressie te maken krijgen en daar een handhavingstaak in hebben zoals bijvoorbeeld geüniformeerd personeel.

De deelnemers aan deze cursussen hebben daarmee niet alleen verantwoordelijkheid voor hun eigen veiligheid, maar ook voor de veiligheid van anderen. Er wordt hier meer dan in trainingen hanteren van agressie gewerkt met technieken uit de Martial Arts om agressieve mensen bijvoorbeeld in bedwang te houden.

Concluderend overlapt de inhoud van trainingen weerbaarheid, hanteren van agressie en gevaarsbeheersing elkaar, maar verschillen de accenten en de invalshoeken.

Weerbaarheid als basis

In weerbaarheidstrainingen wordt gewerkt aan het vergroten van de vaardigheden van de deelnemers om op een goede manier voor zichzelf op te komen.
Omdat het altijd gaat om kortdurende trainingen en het veel gemakkelijker is om iemand iets dat hij al kan beter te laten kunnen dan iemand iets heel nieuws te leren, wordt eerst gekeken welke vaardigheden de cursistengroep al heeft zodat vanuit daar verder gewerkt kan worden.
Daarnaast wordt bepaald welke vormen van grensoverschrijdend gedrag mogelijk aan de orde kunnen zijn; te denken is dan aan straatgeweld, huiselijk of seksueel geweld, racisme, pesten, groepsdruk, enzovoorts. Pas wanneer de kenmerken van de deelnemersgroep en de vormen van grensoverschrijdend gedrag waar mee aan de slag gegaan wordt bekend zijn, wordt de training ontwikkeld.

In de lessen wordt aandacht besteed aan de verschillende strategieën: praten (confrontatie en deëscalatie), vechten (de fysieke zelfverdedigingstechnieken), vluchten of weggaan en hulp vragen.

In alle gevallen wordt gewerkt aan de vergroting van eigenwaarde. Immers: alleen als je jezelf voldoende waard vindt, kun je voor jezelf opkomen.

De fysieke verdedigingstechnieken worden in weerbaarheid dan ook uitsluitend geoefend met dit doel; doordat de deelnemers hun eigen kracht ervaren, worden ze zelfverzekerder. Deze technieken worden niet geoefend in de veronderstelling dat de deelnemers ze in zo’n cursus daadwerkelijk zo kunnen aanleren dat ze deze kunnen gebruiken in geval van nood (vaak jaren na afronding van de cursus). (Dit is een belangrijk verschil met gevaarsbeheersing).

In weerbaarheidstrainingen wordt als vanzelf gewerkt aan het leren omgaan met grensoverschrijdend gedrag van anderen. Het spreekt daarmee voor zich dat de werkvormen en aanpak deels ook passend zullen zijn voor de andere trainingen waarin dit geoefend wordt.

Niet weerbare mensen worden bovendien eerder slachtoffer van grensoverschrijdend gedrag en vinden het moeilijker goed voor zichzelf op te komen.

Wanneer je deelnemers beter wilt leren omgaan met agressie, zul je als trainer dus aandacht moeten besteden aan het vergroten van hun weerbaarheid.

Weerbaarheid: de methodiek

Nu de noodzaak van het besteden van aandacht aan de vergroting van weerbaarheid in trainingen gevaarsbeheersing en hanteren van agressie helder is, is het de vraag of de methodische aanpak zoals ontwikkeld binnen de weerbaarheid aanknopingspunten biedt voor andere trainingen.

Allereerst is bekend dat mensen makkelijker leren als ze dat met plezier doen. In weerbaarheidstrainingen is een goede sfeer daarom een randvoorwaarde.

Door bijvoorbeeld te werken met muziek wordt plezier gemaakt waardoor de cursisten zich op hun gemak voelen en bijna ongemerkt hun vaardigheden vergroten.

Goed opgeleide weerbaarheidstrainers zijn kampioen in het creëren van een goede sfeer en tegelijkertijd het aansnijden van zware thema’s.

Een ander belangrijk uitgangspunt is dat alles eerst in gedeeltes en pas daarna als totaal geoefend wordt.
Feitelijk betekent dit bijvoorbeeld dat er in de trainingen eerst de losse elementen van confrontatietraining geoefend wordt, daarna combinaties en pas daarna het geheel in een rollenspel.
Dus eerst werkvormen rond stevig staan, ademhaling, stemgebruik, oogcontact en een congruente gezichtsuitdrukking apart, daarna werkvormen waarin bijvoorbeeld zowel stevig staan als een congruente gezichtsuitdrukking worden geoefend en pas daarna al deze elementen tezamen.

Deze consequent methodische aanpak heeft een enorme hoeveelheid aan werkvormen opgeleverd die gemakkelijk ook ingezet kunnen worden in andere trainingen.Kortom: ook de methodische kennis die binnen weerbaarheid ontwikkeld is, is van een onschatbare waarde voor trainers hanteren van agressie en gevaarsbeheersing. Ik zou deze trainers dan ook van harte bij ons willen uitnodigen te komen kijken voor mooie werkvormen en een goede methodische aanpak.Want: met weerbaarheid een betere gevaarsbeheersing!

drs Berendineke Steenbergen
Berendineke studeerde Sociale Wetenschappen en combineert een baan als manager, tegenwoordig bij de

Hogeschool Utrecht, met het geven van weerbaarheidstrainingen. Zij doet dat sinds eind jaren ’90. Ze is sinds 2001 bij alle landelijke opleidingen tot weerbaarheidstrainer als opdrachtgever of ontwikkelaar betrokken en is initiatiefnemer en mede-ontwikkelaar van de post-hbo opleiding tot weerbaarheidstrainer van het Centrum voor Social Work van de Hogeschool Utrecht. Daarnaast was zij voorzitter van de Beroepsvereniging Docenten Weerbaarheid en Zelfverdediging. Tegenwoordig is ze vooral actief als methodiekontwikkelaar van psychofysieke weerbaarheidstrainingen. Daarnaast geeft ze masterclasses voor trainers die zich verder willen bekwamen in het geven van weerbaarheidstrainingen en is gastdocent en examinator voor onder meer de opleiding Docent Gevaarsbeheersing.
Zij mag dus met recht een expert op het gebied van weerbaarheid genoemd worden.